Afgelopen twee maanden in diepe afzondering doorgebracht. Even geen ontmoetingen met mensen, even vrij van het systeem, enkel en alleen ‘zijn’ met de energie die binnen in mij beweegt.
Dagelijks breng ik uren door in de natuur en brengt me meer en meer in diepe verbinding met moeder aarde. Intense liefde en dankbaarheid voor haar aanwezigheid in en rond mij. Haar te voelen en toe te laten in mijn hart zorgt ervoor dat er een diep vertrouwen binnen in mij ontstaat in overgave te zijn aan wat zich aandient. Helemaal in het moment te zakken zonder iets te moeten, los van wat is geweest en wat er komen gaat. Ruimte te creëren wat zich wil zich laten zien, wat er zichtbaar wil worden…
The Death Of My Ego
Ik ga zitten onder een boom vlak bij het water en sluit mijn ogen. Het eerste wat ik ervaar is mijn ego die zijn uiterste best doet me te verleiden met negatieve gedachten en gehechtheden. Te zorgen dat ik niet in deze staat van ‘zijn’ kan zakken en me verlies in zijn bezigheden. Ik ervaar zijn diepe angst om vergeten te worden, dood te gaan. En toch is zijn verleiding niet meer voldoende. Ik ervaar een stroming van liefde en compassie voor hem zonder dat ik mijzelf in hem verlies en laat me meevoeren door de stilte, mijn ego achterlatend. Een diepe energie van liefde en eenheid stroomt mijn lichaam binnen die mijn begrenzing tussen mijn lichaam en moeder aarde laat verdwijnen, lichaam overstijgend. Meegenomen naar een andere dimensie waar tijd geen rol meer speelt.
Roerloze Eeuwigheid
Het is al schemerig wanneer ik even mijn ogen open doe en bewust wordt van mijn omgeving. Vlak voor mij aan de rand van het water staan reeën te grazen. Door mijn roerloze aanwezigheid en stilte ervaren zij mij als onderdeel van het grotere geheel. Opnieuw sluit ik mijn ogen en wordt overmand door een diepe duisternis van ‘het niets’. En dan ervaar ik iets groots, iets oneindigs… ik wordt volledig opgeslokt door een roerloze eeuwigheid, een oneindigheid, waar geen einde en geen begin bestaat. Een moment van paniek hieruit weg te willen, een diepe existentiële angst van op gegeten te worden door de duisternis, dood te gaan. En toch is mijn verlangen groter. Ik geef me over aan deze oneindige ruimte van niets en van alles. Het enige wat ik kan doen is zakken, dieper en dieper en dan… te voelen dat er geen bodem is. En in dit diepe specifieke moment van wording voel ik dat ik gedragen wordt door iets veel groters dan mezelf. Tranen stromen over mijn gezicht van ontroering en diepe liefde. Deze duisternis is het licht en het licht is deze duisternis, de dimensie van liefde, van puur genot. Het belichamen van deze liefde is zo licht en intens. En in dit moment van intense wording voel ik me gedragen door moeder aarde, zo licht en teder. De zachtste landing die ik voor het eerst in mijn leven heb mogen ervaren. ‘Ik ben liefde!’